Luwtemaatregelen Hoornse Hop

De ecologische kwaliteit van het Markermeer is de laatste decennia sterk achteruit gegaan. De oorzaak hiervan is dat door de afsluiting van het Markermeer met de Houtribdijk een ondiep meer is ontstaan met een bodem van klei waarin een dynamische sliblaag aanwezig is. Al bij lage windsnelheden ontstaan golven die erosie van deze sliblaag veroorzaken. De slibconcentratie in het water is hoog, waardoor het water troebel is en er nog maar weinig waterplanten in het Markermeer groeien. Dit heeft nadelige gevolgen voor de rest van het ecosysteem van het Markermeer. Dit afstudeeronderzoek richt zich op een luwtemaatregel in het Hoornse Hop. De lokale effecten op golven en stroming in het Hoornse Hop wordt onderzocht. De studie is gericht op een damwand als lijnvormige luwtemaatregel voor de kust van Noord-Holland. Hierbij wordt de effectiviteit van verschillende varianten onderzocht. De hoofdvraag van dit onderzoek is: “Op welke manier kunnen lijnvormige luwtestructuren langs de Noord-Hollandse kust de golven en stroming in het Hoornse Hop zodanig beïnvloeden, dat daarmee een bijdrage wordt geleverd aan het oplossen van het slibprobleem van het Markermeer?” Om de lokale effecten van de luwtemaatregel in het Hoornse Hop te onderzoeken, is een hydrodynamisch model van het Markermeer opgezet in Delft3D. Het model simuleert de golven en stroming die door de wind worden opgewekt en berekent hiermee de bodemschuifspanning die optreedt in het Hoornse Hop. Hiermee worden vervolgens gebieden bepaald waar erosie van de sliblaag door de luwtemaatregel wordt voorkomen. In dit onderzoek zijn een aantal varianten ontwikkeld met een verschillende ligging en vormgeving, waarbij de effectiviteit in het reduceren van de golfhoogte en het afbuigen van stroming is onderzocht. Als zoekgebieden voor de luwtemaatregel zijn drie gebieden langs de kust van Noord-Holland, tussen Hoorn en Edam, aangewezen. Uit dit onderzoek kan worden geconcludeerd dat lijnvormige luwtestructuren in het Hoornse Hop een bijdrage kunnen leveren aan het oplossen van het slibprobleem van het Markermeer. De aanleghoogte is hierbij een belangrijke ontwerpparameter, die groot genoeg moet worden gekozen om transmissie van golfenergie over de luwtestructuur te voorkomen. Daarnaast dient de ligging van de luwtestructuur bij te dragen aan afbuiging van stroming naar het Markermeer. Hiermee wordt instroom van slibrijk water achter de structuur naar het luwe gebied beperkt. Om dit te bereiken dient de luwtestructuur zich voldoende ver uit te strekken richting de kust van Noord-Holland. Tot slot wordt aanbevolen om in plaats van een damwand een ander type constructie als een dam of golfbreker toe te passen. / Hydraulic Engineering / Hydraulic Engineering / Civil Engineering and Geosciences