Regionalisatie van gegevens over het landelijk gebruik van gewasbeschermingsmiddelen : een verkenning voor de EmissieReg...
Binnen de agrarische sector komen zeer uiteenlopende productiestructuren en bedrijfssystemen voor. Om de structurele kenmerken en de economische resultaten gemakkelijker te kunnen beschrijven en analyseren, is een eenduidige, homogene classificatie van landbouwbedrijven noodzakelijk. Deze classificatie, gebaseerd op economische normen, is in Europe...
Een afname van zes procent levend geboren kalveren van vaarzen tussen 1995 en 2010 was aanleiding voor nieuw sectoronderzoek. Uit de inventarisatie blijkt dat naast bekende factoren als draagtijd en geboorteverloop de regio waar het bedrijf is gehuisvest en het seizoen van afkalven zorgen voor opmerkelijke verschillen in levensvatbaarheid van kalve...
In de land- en tuinbouw wordt water gebruikt. Dit kan leidingwater zijn dat bijvoorbeeld wordt gebruikt voor het drenken van vee of voor het reinigen van stallen. Ook wordt er oppervlakte- of grondwater gebruikt voor bijvoorbeeld het beregenen van gewassen. Met name het gebruik van oppervlakte- en grondwater wordt bepaald door de weersomstandighede...
Een aanzienlijk deel van het nationale fosforoverschot in Nederland accumuleert in landbouwbodems. Dit vormt een verhoogd risico van uit- en afspoeling naar het grond- en oppervlaktewater. Om de accumulatie te verminderen worden via het mestbeleid steeds strengere normen gesteld aan de fosforbemesting op landbouwland. Hierdoor stijgt de hoeveelheid...
De voortdurende daling van het aantal land- en tuinbouwbedrijven wordt mede bepaald door de leeftijdsopbouw van de bedrijfshoofden, de opvolgingssituatie en de (arbeidsbesparende) technische ontwikkelingen. De gemiddelde leeftijd van bedrijfshoofden is in de afgelopen decennia geleidelijk gestegen. Volgens het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt ...
De landbouw is de belangrijkste bron van ammoniak (NH3) in Nederland. De ammoniakemissie in 2011 is berekend met het Nationaal Emissiemodel voor Ammoniak (NEMA). Deze rekenmethodiek gaat bij de berekening van emissie uit stallen en mestopslagen tijdens beweiding en bij mesttoediening uit van de hoeveelheid totaal ammoniakaal stikstof (TAN) in de me...
De bruto toegevoegde waarde van de veehandels- en veetransportsector in Nederland bedraagt 300 mln. euro, op basis van prijzen en kosten in 2011. De belangrijkste sectoren zijn de runder- en kalverhandel met 160 mln. euro en de varkenshandel met 125 mln. euro. De totale omzet van de veehandel- en veetransportsector bedraagt 4,8 mld. euro. De bruto ...